Skip to main content

Procederen

Een juridische procedure kent veel spelregels, die zijn vastgelegd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet op de Rechterlijke Organisatie. Maar ook in verdragen, reglementen en eerdere uitspraken van rechters. U kunt daarbij denken aan de formele eisen die aan processtukken worden gesteld, de manier waarop een procedure aanhangig moet worden gemaakt, de wijze van procederen, procestermijnen, et cetera. Verder zijn er de reglementen die door de rechtbanken en gerechtshoven zelf zijn opgesteld, die u kunt vinden op de website van de rechtspraak. In deze regelementen staan bijvoorbeeld vereisten voor de lay-out van een processtuk, de manier waarop een processtuk moet worden ingediend, regels voor uitstel daarvan en andere “huisregels”.

Procederen is meer dan alleen met de juiste argumenten en juridische kennis een zaak bepleiten. Het vergt strategisch en scherpzinnig denken, waarbij creatief en doordacht gebruik wordt gemaakt van de beschikbare processuele middelen. Op die manier kan het beloop van een zaak op cruciale wijze worden beïnvloed, en het beste resultaat voor de cliënt worden behaald.

Kort geding of bodemprocedure

Als u een vordering heeft, bijvoorbeeld nakoming van een overeenkomst of een recht op schadevergoeding, en de schuldenaar voldoet niet vrijwillig, dan staat de gang naar de rechter open om uw gelijk te halen. Afhankelijk van de aard van de vordering (betaling van een geldsom, verbod om een gebouw te ontruimen), en de vraag hoeveel spoed er is, kan er een bodemprocedure of een kort geding worden gestart. Soms zijn beide procedures mogelijk en dan is het de vraag wat de voordelen of nadelen zijn van de ene procedure boven de andere. Een kort geding is bijvoorbeeld sneller en goedkoper, maar die procedure resulteert alleen in een voorlopig oordeel. De bodemprocedure is duurder en langer, maar geeft wel een definitief oordeel en daarmee meer zekerheid.

Kantonrechter of civiele (handels)rechter

Een bodemprocedure speelt zich ofwel af bij de kantonrechter, ofwel bij de civiele (handels)rechter van de rechtbank. Over het algemeen geldt dat vorderingen onder de € 25.000 door de kantonrechter, en vorderingen daarboven door de civiele rechter worden behandeld. In kantonzaken kunnen de partijen zonder advocaat procederen. In civiele procedures is de bijstand van een advocaat verplicht.

Dagvaardingsprocedure

In het civiele recht kunnen zaken met een dagvaarding of een verzoekschrift worden ingeleid. In het erfrecht komen beide procedures voor en is het zaak zorgvuldig na te gaan, welke procedure moet worden ingesteld om het gewenste resultaat te behalen. De meeste civiele zaken worden echter ingeleid met een dagvaarding. Deze procedure heet dan ook de dagvaardingsprocedure.

In een dagvaarding vermeldt de eiser wat hij vordert, van wie en waarom (de onderbouwing). Een dagvaarding wordt doorgaans door een advocaat of jurist opgesteld. Een gerechtsdeurwaarder betekent de dagvaarding vervolgens aan de gedaagde partij. In de dagvaarding staat wanneer de gedaagde moet verschijnen, bij welke rechter en op welke locatie.

Hoger beroep

Als een partij zich niet kan neerleggen bij een door de rechtbank gewezen vonnis, kan hij daarvan in hoger beroep gaan. Hoger beroep, ook wel appèl genoemd, is de procedure waarbij een rechtszaak opnieuw wordt beoordeeld door een hogere rechter. Deze rechtsgang staat tegen het merendeel van de vonnissen open, mits het financieel belang hoger is dan € 1.750,-. De appèltermijn is drie maanden, te rekenen vanaf de dag waarop het vonnis waarvan men in beroep wil gaan, is uitgesproken. Bij vonnissen in kort geding is de termijn verkort tot één maand. Het hoger beroep in civiele zaken wordt behandeld door het (gerechts)hof. Een vonnis in hoger beroep wordt een arrest genoemd. Voor hoger beroep is de inschakeling van een advocaat altijd vereist.

Beslag en executie

Het Nederlandse procesrecht kent de mogelijkheid om relatief makkelijk beslag te leggen. Als u een vordering heeft (bijvoorbeeld omdat een ander jou schadevergoeding dient te betalen of vanwege een openstaande schuld) dan kunt u conservatoir beslag laten leggen op het vermogen van de schuldenaar. Dit beslag is erop gericht om zaken veilig te stellen (te conserveren) ter voorkoming van de situatie dat de schuldenaar zijn vermogen wegsluist, waardoor er later geen verhaal meer mogelijk zou zijn.

Voor het leggen van beslag is voorafgaande toestemming van een rechter nodig. Alleen een advocaat kan het verzoek om verlof voor het leggen van beslag indienen bij de rechtbank. Nadat u verlof heeft gekregen en het beslag door de deurwaarder is gelegd, moet (meestal binnen 14 dagen) de hoofdprocedure worden gestart. Dat kan een kort geding zijn of een bodemprocedure. Ook tijdens een lopende procedure kan er nog conservatoir beslag worden gelegd.

 

Wat is beslag?

Het leggen van beslag is een methode waarmee onderdelen van het vermogen van de schuldenaar juridisch of feitelijk worden afgezonderd. Door beslag te leggen, worden activa van de debiteur (onroerende zaken, roerende zaken, banksaldi, aandelen, vorderingen op derden etc.) als het ware bevroren. De debiteur mag er niet meer aankomen en mag er geen pandrecht of hypotheek meer op vestigen. Als de rechter uw vordering heeft toegewezen, kunnen de zaken waarop beslag is gelegd worden verkocht in een openbare verkoop. Met het geld dat daarmee wordt opgebracht, kan uw vordering of een deel daarvan worden betaald.

 

Conservatoir beslag

Conservatoir beslag is beslag dat door de deurwaarder op goederen – bijvoorbeeld een bankrekening, onroerend goed, of aandelen – van een schuldenaar wordt gelegd voorafgaand of tijdens een gerechtelijke procedure. Hiermee wordt voorkomen dat de betreffende goederen tijdens de procedure door de schuldenaar worden ‘weggesluisd’ en daarop uiteindelijk geen verhaal meer mogelijk zou zijn. De goederen waarop conservatoir beslag wordt gelegd worden dus bewaard totdat de rechter door middel van een vonnis duidelijk heeft gemaakt wat er met dat betreffende goed moet gebeuren. Indien u door de deurwaarder conservatoir beslag wilt laten leggen, kan ik voor u bij de Rechtbank een verzoek indienen om dit beslag te mogen leggen. In het algemeen geeft de rechter vrij snel toestemming om bij een schuldenaar conservatoir beslag te leggen. Overigens heeft de debiteur altijd de mogelijkheid om een kort geding te starten waarin hij opheffing van het beslag vordert. Ik kan u uitleggen hoe dit in zijn werk gaat.

Omzetting conservatoir naar executoriaal beslag

Als er aan het begin van de procedure conservatoir beslag is gelegd en de zaak wordt gewonnen, dan wordt het beslag automatisch omgezet naar executoriaal beslag. Als er bijvoorbeeld conservatoir beslag is gelegd op een woonhuis, dan is de beslaglegger gerechtigd om de openbare verkoop te gaan inzetten. Dat moet dan vaak wel via de hypotheekhouder gebeuren. Als er bankbeslag is gelegd, dan valt het ‘bevroren’ tegoed ten goede aan de schuldeiser/ beslaglegger. Daarvoor moet dan wel het vonnis van de rechtbank door de deurwaarder aan de bank worden betekend.

Executie van een vonnis

Executie van een vonnis betekent dat een gerechtelijk vonnis wordt uitgevoerd. Als er niet vrijwillig aan het vonnis wordt voldaan, kan de schuldeiser een deurwaarder inschakelen om het vonnis ten uitvoer te laten leggen. De deurwaarder kan conservatoire beslagen die al waren gelegd, uitwinnen. De kosten van de executie zijn onderdeel van de vordering van de schuldeiser en mogen daarom uit de opbrengst van de executie worden voldaan.

Faillissement aanvragen

Een andere manier om een debiteur tot betaling van de openstaande vordering te bewegen, is het aanvragen van zijn faillissement. Op die manier kan geprobeerd worden om alsnog op een snelle en relatief goedkope manier tot betaling van de vordering of tot een betalingsregeling te komen. Dit kan vooral effectief zijn als er sprake is van betalingsonwil. Als de rechter het faillissement uitspreekt, dan heeft de gefailleerde het recht om hoger beroep in te stellen.

Incasso

Incassoprocedures zijn gericht op het innen van openstaande vorderingen die inhoudelijk niet ter discussie staan.  Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om facturen voor geleverde goederen of diensten. Wanneer u als schuldeiser kosten moet maken om een vordering bij een klant of opdrachtgever te innen, dan kunt u deze kosten onder bepaalde voorwaarden in rekening brengen. Voor vorderingen onder de EUR 25.000,- is het mogelijk om te procederen zonder advocaat.